Help, er brandt een lampje op mijn dashboard! 27 maart 2019
De waarschuwingslampjes in een auto verschillen van kleur. Deze kleuren hebben allemaal een andere betekenis om duidelijk te maken wat er fout gaat of kapot is.
- Wit: een aanwijzing of aanbeveling
- Groen: het systeem werkt naar behoren
- Geel en oranje: laat de auto zo snel mogelijk nakijken
- Rood: direct stoppen en actie ondernemen!
Wat betekenen de symbolen op het dashboard?
Hieronder staan de meest voorkomende lampjes afgebeeld. Mocht er bij jouw auto een lampje gaan branden waarvan je niet weet wat deze betekent, kijk dan even in het instructieboekje van de auto. Kom je er niet uit, neem dan contact met ons op. Wij helpen je graag verder!
Help, ik heb een brandend lampje!
- Indicator die aangeeft dat je de koppeling in moet trappen
- Indicator die aangeeft dat je het rempedaal in moet trappen
- Auto staat op stuurslot
- Grootlicht ingeschakeld
- Lage bandenspanning
- Stadslichten staan aan
- Problemen met koplampen, achterlichten of richtingaanwijzers
- Problemen met de remlichten
9. Waarschuwing dat de buitentemperatuur onder de 4 graden zakt
10. Info-indicator
11. Voorgloeien dieselmotor
12. Waarschuwing voor ijsvorming
13. Probleem met het startsysteem
14. De sleutel bevindt zich niet in de auto
15. De batterij van de afstandsbediening is bijna leeg
16. Waarschuwingsafstand tot een andere auto
17. Onderhoudswaarschuwingslampje
18. Adaptieve koplampen ingeschakeld
19. Afstelling van de hoogte van de koplamp
20. Problemen met de variabele achterspoiler
21. Problemen met het activeren van een elektrisch dak
22. De airbag aan de voorzijde is uitgeschakeld
23. Handrem is ingeschakeld
24. Mistlampen voor ingeschakeld
25. Problemen met de stuurbekrachtiging
26. Mistlichten achter ingeschakeld
27. Laag niveau van ruitenwisservloeistof voorruit
28. Versleten remblokken
29. Cruise control is geactiveerd
30. Richtingaanwijzer(s) aan
31. Problemen met de licht- of regensensor
32. Water in brandstoffilter
33. Airbag uitgeschakeld
34. Mechanisch probleem of elektrische fout
35. Dimlicht ingeschakeld
36. Vuil luchtfilter, moet worden vervangen
37. Parkeersensoren ingeschakeld
38. Problemen met het roetfilter (DPF)
39. Fout – ontkoppeling van de stekker van de aanhangwagen
40. Luchtveringsprobleem
41. Waarschuwing voor onbedoeld verlaten van de rijstrook actief (rijstrookbewaking)
42. Problemen met de katalysator
43. Gordelwaarschuwing
44. Waarschuwingslicht, auto staat op de handrem
45. Dynamo- of accuprobleem
46. ECO-modus ingeschakeld (instelling voor zuinig rijden)
47. Downhill-assist staat ingeschakeld (alleen bij SUV’s en terreinwagens, hulp bij afdalen)
48. Problemen met het koelsysteem
49. Problemen met het ABS
50. Problemen met het brandstoffilter
51. Portier niet (goed) gesloten
52. Motorkap niet (goed) gesloten
53. Brandstoftank in reservevoorraad beland
54. Problemen met de automatische versnellingsbak
55. Snelheidsbegrenzer is actief
56. Problemen met vering/demping onderstel
57. Voorruitverwarming is ingeschakeld
58. ESP (Electronic Stability Program, oftewel anti-slip controle) is uitgeschakeld
59. Achterklep niet (goed) gesloten
60. Lage oliedruk
61. Automatische ruitenwissers ingeschakeld
62. Problemen met de motor
63. Regensensors ingeschakeld
64. Achterruitverwarming is ingeschakeld